Halleluja!
Loof de naam van de HEER, loof Hem, dienaren van de HEER, u die staat in het huis van de HEER, in de voorhoven van het huis van onze God.
Loof de HEER, want Hij is goed, bezing Zijn naam, zo lieflijk van klank. De HEER heeft Jakob uitgekozen, Israël als Zijn kostbaar bezit.
Ik weet het:
groot is de HEER, onze Heer overtreft alle goden. De HEER maakt alles wat Hij wil in de hemel en op de aarde en in de diepten van de oceanen. Wolken wekt Hij aan de einder der aarde, bliksems maakt Hij en de regen valt, de wind laat Hij los uit Zijn schatkamers.
Hij trof de eerstgeborenen van Egypte, van mens en van dier, en deed wonderen en tekenen – in je midden, Egypte – voor de farao en al zijn dienaren.
Hij trof vele volken en doodde machtige koningen:
Sichon, koning van de Amorieten, en Og, koning van Basan, en alle koningen van Kanaän. Hun land gaf Hij in bezit, in bezit aan Israël, Zijn volk.